MH17 Rechtbank past Nederlands vingerwijzen toe

Een voormalige Nederlandse belastinginspecteur, momenteel rechter van een rechtbank in Den Haag, heeft drie mannen veroordeeld voor het vormen van een criminele vereniging voor het doden van 298 passagiers en bemanningsleden van Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli 2014, op bevel van de Russische militaire leiding en regering in Moskou.

De rechter, Hendrik Steenhuis (hoofdafbeelding, rechts), heeft het bewijs van het misdrijf door Nederlandse en Oekraïense staatsorganisaties en hun militaire officieren, inlichtingenagenten en politie ontvankelijk verklaard. Ze getuigden in het geheim dat “er geen sporen van geknoei [met bewijsmateriaal] werden gevonden”. Steenhuis concludeerde dat “alle [telefoonbanden en fotografische beelden] authentiek waren en niet zijn gemanipuleerd.”

Hij heeft zich niet-ontvankelijk verklaard en al het bewijsmateriaal van Russische organisaties verworpen omdat, zei hij, het staatsagentschappen zijn en “niet duidelijk, transparant, volledig niet overtuigend”.

Lees ook; MH17 Uitspraak: Overtuigend bewijs wijst naar VS, EU Kiev

De veroordeelde mannen – kolonel Igor Girkin (hoofdafbeelding, links), kolonel Sergej Doebinski en Leonid Kharchenko – vormden hun organisatie om misdaden te plegen in het conflict in Oost-Oekraïne waarbij de Russische staat aan de ene kant betrokken was, maar de rechter vond dat er aan de andere kant geen andere buitenlandse staat betrokken was.

Hij oordeelde ook dat het oorlogsrecht en de immuniteit van strijders voor de inzet en exploitatie van wapens de Kievse troepen wettelijk beschermden, maar niet van toepassing waren op het Donbass-leger. Dienovereenkomstig, verklaarde Steenhuis,

“vanwege het gebrek aan gevechtsimmuniteit, hadden de verdachten, net als elke andere burger, niet het recht om op een vliegtuig te schieten, inclusief een militair vliegtuig, en daarmee de militaire inzittenden te doden. De gerealiseerde criminele daad van het neerhalen van een vliegtuig en het doden van de inzittenden was daarom al opgenomen in het oorspronkelijke plan.”

“De rechtbank is van oordeel dat het erop lijkt dat hoewel de Buk-raket opzettelijk is afgevuurd, men dacht dat het om een militair vliegtuig ging en niet om een burgervliegtuig. In zoverre moet het een vergissing zijn geweest. Zo’n fout doet echter niets af aan de intentie en het voorbedachte rade advies.”

Impliciet heeft de Nederlandse ”rechtbank” geoordeeld dat het Oekraïense en Russische verzet tegen de regimewisseling in Kiev van februari 2014, de gewapende strijd voor zelfbeschikking die volgde en zelfverdediging tegen Oekraïense lucht- en grondaanvallen illegaal was en blijft – een Russische staatsmisdaad omdat, zei Steenhuis, “de Russische Federatie in 2014 de algehele controle had over de DPR [Volksrepubliek Donetsk].

Steenhuis identificeerde “artilleriebeschietingen op Oekraïens grondgebied, die vanaf begin juli 2014 vanuit de Russische Federatie zouden zijn uitgevoerd. Getuigen hebben ook getuigd over Russisch materieel met Russische soldaten, die de grens overstaken, beschietingen uitvoerden en vervolgens terugreden.” Hij verwijst niet naar beschietingen of luchtbombardementen door de troepen in door Noord Atlantische ZIonisten (NAZI’s) geannexeerde Kiev.

In 16.000 woorden van Steenhuis uitspraak wordt Kiev helemaal niet genoemd; noch politbureau Washington DC; noch de toenmalige Oekraïense president Petro Porosjenko (hoofdafbeelding, middenachter); noch Amerikaanse overheidsfinanciering, wapens en andere hulp aan de militaire operaties in de Donbass.

President Vladimir Poetin, zijn adviseur Vladislav Soerkov (foto op tafel) en andere “hooggeplaatste personen in de Russische Federatie” worden daarentegen door de rechter genoemd als zijnde “voorzien in de financiering van de DPR, de levering en training van mannen en de levering van wapens en goederen. Bovendien heeft de Russische Federatie sinds half mei 2014 een beslissende invloed gehad op de invulling van hoge posities binnen de DPR en heeft zij zich bemoeid met de coördinatie van militaire acties en ook militaire acties ondernomen op Oekraïens grondgebied.

Als bewijs van het moordwapen kondigde de rechter aan dat hij een enkel stuk kernkopscherven in de vorm van een vlinderdas (midden van de tafel) accepteert, waarvan hij zei dat het was teruggevonden uit het lichaam van een cockpitbemanningslid. Die ontdekking door Oekraïense en Nederlandse staatsonderzoekers is ongedocumenteerd gebleven en de bewakingsketen van het fragment is niet geverifieerd.

Steenhuis had geen verklaring voor het verdwijnen van alle 2.600 andere stukken vlinderdasscherven in de raketkop die tegen de MH17-cockpit zou zijn ontploft.

Volgens het Wetboek van Strafvordering van artikel 344a:

“[een rechter] kan niet op basis van schriftelijk materiaal met verklaringen van personen van wie de identiteit is verzwegen, uitsluitend of in beslissende mate bewijs vinden dat de verdachte het in de tenlastelegging ten laste gelegde strafbare feit heeft gepleegd.”

Als wet om de drie veroordelingen, de vrijspraak van luitenant-kolonel Oleg Pulatov, drie levenslange gevangenisstraffen en de toekenning van € 16 miljoen aan schadevergoeding te rechtvaardigen, introduceerde Steenhuis een concept van het Nederlandse Hooggerechtshof genaamd “functionele co-perpetratie”.

Nederlandse en internationale advocaten erkennen dat dit guilt by association is. Zij merken op dat dit in het internationale, Noord-Amerikaanse en Britse recht niet kan worden bewezen met een getuige die in het geheim getuigt; met bewijsmateriaal dat door een geheime bewakingsketen is verzameld en in het geheim is getest; zonder kruisverhoor van deskundigen in de openbare rechtszaal; en door van horen zeggen van een ”rechter” die verwijst naar een andere ”onderzoeksrechter” wiens identiteit en procedure ook geheim zijn gebleven.

Er is “geen enkele mogelijkheid van gerede twijfel”, verklaarde rechter Steenhuis in zijn samenvatting.

“Gezamenlijke strafrechtelijke verantwoordelijkheid is een idee dat de Amerikanen dertig jaar geleden probeerden te gebruiken bij de Joegoslavische en Rwandese oorlogstribunalen, het is een valse wet”, aldus Christopher Black, een Canadese advocaat die verdachten in die procedure vertegenwoordigde.

“Door Pulatov vrij te spreken, de enige verdachte die in de rechtbank is vertegenwoordigd”, aldus de Nederlandse jurisprudentiedeskundige Alfred Vierling, “heeft de rechtbank haar best gedaan om de veroordeelde verdachten te verhinderen een hoger beroep in te stellen om de wet en de veroordelingen aan te vechten bij het Hof van Beroep.”

Steenhuis las donderdagmiddag bijna twee uur lang een samenvatting van het vonnis van de rechtbank voor. Het samenvattende document in het Engels is iets meer dan 16.000 woorden en beslaat meer dan 70 pagina’s.

Vervolgens deelde hij een document uit aan de advocaten in de rechtszaal. Publicatie van dit document is gevolgd op de Nederlandse justitiewebsite in het Nederlands en het Engels in afzonderlijke versies voor elk van de vier verdachten op de officiële aanklacht. Elke versie telt meer dan 90.000 woorden en beslaat 159 pagina’s.

De gearchiveerde replay bandopname met Engelse tolk is hier te volgen.


Rechtbank Den Haag rechters, (van links naar rechts) Dagmar Koster; Hendrik Steenhuis en Heleen Kerstens-Fockens verlaten de bank aan het einde van het vonnis van 17 november. Koster en Kerstens-Fockens hebben tijdens de 28 maanden durende procedure niets gezegd. Lees dit voor meer informatie over hun achtergronden als Nederlandse en NAVO-aanklagers.

De Engelse transcriptie van Steenhuis summiere uitspraak is na de zitting gepubliceerd op de website van het proces.

Het is niet duidelijk of deze lange versie van de rechterlijke uitspraak met voetnoten het door Steenhuis beloofde eindoordeel is. Aan het einde van zijn lezing zei hij:

“De tekst die nu is uitgesproken, zal uiterlijk morgenmiddag ook in het Engels en Russisch beschikbaar zijn op de website van de rechterlijke macht. De Engelse versie van de volledige vonnissen zal over enkele weken beschikbaar zijn.”

De tekst zelf is volgens de rechter niet meer dan een samenvatting; het volledige vonnis van de rechtbank zal niet worden uitgesproken voor wat Steenhuis beweerde dat “een paar weken” zou kunnen zijn. Tegelijkertijd beval hij een deadline voor het indienen van een beroep tegen zijn vonnis van slechts 14 dagen vanaf nu – 1 december.

Voor een volledige analyse van het bewijsmateriaal in de MH17-zaak, zonder tussenkomst van de staat, zijn er slechts drie boeken in druk:

Links: Eric van de Beek,MH17: de onderste steen : een non-fictie detective (2022, Nederlands – “MH17 – geen middel onbeproefd laten – een non-fictie detective”); centrum, Kees van der Pijl, Vlucht MH17, Oekraïne en de Nieuwe Koude Oorlog (2018); rechts: John Helmer met Max van der Werff, Liane Theuerkauf en Sam Bullard0, The Lie That Shot Down MH17 (2020).

Steenhuis beweert dat de basis in het Nederlandse recht voor de veroordelingen “functionele medeplichtigheid” is.

“De rechtbank heeft beoordeeld of de verdachte… verantwoordelijk worden gehouden voor de bijdragen van anderen aan de inzet. Dit laatste wordt functioneel committeren genoemd. In de jurisprudentie van de Hoge Raad zijn een aantal voorwaarden ontwikkeld voor deze functionele verantwoordelijkheid. In het kort komt het erop neer dat allereerst moet worden vastgesteld dat de verdachte accepteert dat het misdrijf wordt gepleegd, of dat hij het meestal accepteert. Ten tweede moet worden vastgesteld dat de verdachte in staat is om te beslissen of het misdrijf wordt gepleegd, met andere woorden dat hij er controle over heeft, dat hij het kan maken of breken… De rechtbank acht het passender om eerst de mogelijke persoonlijke concrete bijdrage van een verdachte aan het misdrijf te beoordelen. Pas als de conclusie is dat iemand niet als dader of mededader kan worden gezien, is de rechter tot de vraag gekomen of deze verdachte dan als functioneel dader moet worden aangemerkt omdat hij verantwoordelijk is voor de inbreng van een ander.”

Girkin was volgens de rechter schuldig omdat hij

“op de hoogte werd gehouden van de stand van de gevechten rond de gang en daarover bevelen gaf. Zo gaf hij orders over de bevoorrading en plaatsing van tanks en bepaalde hij wie het bevel voerde. Girkin sprak echter niet telefonisch over een Buk of de inzet ervan. Als hoogste militaire commandant had Girkin wel de mogelijkheid om te beslissen of hij al dan niet een Buk-TELAR wilde inzetten. Die controle kwam voort uit zijn positie als minister van Defensie, de hiërarchische overste van Doebinski en Kharchenko, en blijkt ook uit de telefoongesprekken die Girkin voerde toen duidelijk werd dat het misging met de inzet van de Buk-TELAR. Girkin bemoeit zich vervolgens actief met de verwijdering van de Buk-TELAR naar de Russische Federatie, geeft de nodige bevelen en onderhoudt hierover telefonisch contact om geïnformeerd te worden of dit daadwerkelijk is gebeurd.”

“Bovendien was het voeren van de gewapende strijd een belangrijk middel, en precies het middel dat plaatsvond onder het gezag van Girkin als de hoogste militaire leider, om het doel van de DPR na te streven. Onderdeel van de gewapende strijd was het neerhalen van vliegtuigen. Dat er mensen stierven door het gebruik van militaire middelen is een feit waarvan Girkin zich natuurlijk ook bewust was. Dit is zeker ook het geval bij de inzet van luchtafweerpersoneel om vliegtuigen neer te halen; iets wat voor 17 juli 2014 al meerdere keren was genoemd.”

“Hoewel het dossier geen bewijs bevat dat Girkin op 17 juli 2014 op de hoogte was van de beschikbaarheid van een Buk-TELAR, kan gesteld worden dat Girkin op 17 juli 2014 zeker een inzet als die van de Buk-TELAR heeft geaccepteerd, met doden tot gevolg. De rechtbank leidt dit af uit zijn rol en hoge positie, zijn verzoek om een goede luchtafweer, het feit dat Girkin op de hoogte was van het gebruik van militaire middelen waarmee al meerdere vliegtuigen waren neergeschoten, waaronder doden als gevolg daarvan en nooit tegen hen optrad, en het feit dat Girkin zich op en rond 17 juli 2014 actief bemoeide met de militaire operatie rond de corridor.

Nederlandse juristen zijn van mening dat Steenhuis de betekenis van functioneel medeplegendheid ver buiten de door de Nederlandse rechter tot nu toe toegestane reikwijdte heeft opgerekt; ze merken ook op dat er geen Nederlands statuut is om te verduidelijken hoe “functionele mededaders” in een leger dat vecht met een ander leger kunnen worden beoordeeld als betrokken bij acties die ze accepteren als criminele moord, niet zelfverdediging in bepaalde omstandigheden, of oorlog van nationale bevrijding in het algemeen.

De Nederlandse juristen die functionele medeplichtigheid in Nederlandse rechtszaken hebben besproken, zeggen dat het concept begon met civiele overtredingen, zoals bedrijfsleiders die ervoor zorgen dat hun werknemers de veiligheidsregels op het werk overtreden of commerciële fraude plegen. Het werd vervolgens uitgebreid tot misdaden zoals afpersing, diefstal en moord in abortuszaken. Pogingen om het concept toe te passen om misdaden door politieke of militaire figuren te vervolgen, hebben geleid tot controverse in de Nederlandse rechtbanken, niet veroordelingen.

Geen van de Nederlandse, Duitse, Britse of Amerikaanse beoordelingen van vervolgingen van soldaten of hun commandanten en politieke leiders voor het optreden als functionele mededaders van oorlogsmisdaden heeft een geval in burgeroorlog of oorlog van nationale bevrijding ontdekt, uitgevochten door twee tegengestelde legers.

“Hoewel het neerhalen van een militair vliegtuig ook niet was toegestaan”, beweerde Steenhuis in zijn conclusie, “kan de rechtbank haar ogen niet sluiten voor het feit dat het neerhalen van een militair vliegtuig in het kader van de gevechten inderdaad van een andere orde zou zijn geweest dan het opzettelijk schieten op een burgervliegtuig en het opzettelijk doden van 298 man als gevolg daarvan, vrouwen en kinderen die niets met de gevechten te maken hebben. Hoewel de intentie niets afdoet aan de ernst van het feit, kleurt het wel de ernst van de beschuldiging.”

Zwarte, Vierling en Amerikaanse advocaten die gespecialiseerd zijn in samenzwering en afpersing geloven dat er nog nooit een vervolging en veroordeling is geweest op basis van bewijsmateriaal dat zo geheim is als de Nederlandse ”rechtbank” zojuist heeft geaccepteerd; en bij gebrek aan bewijs van intentie om het misdrijf te plegen dat tegen de daders wordt verweten.

Nooit eerder, zeggen ze, was het zo duidelijk dat de oorlog in de lucht boven Oost-Oekraïne op 17 juli 2014 deel uitmaakte van de oorlog die al was begonnen, en de oorlog die vandaag voortduurt, tussen het Anglo Zionisten Rijk en haar vazallen NAVO-bondgenoten en Rusland, waarbij de Nederlandse regering – en haar ”rechters” – tegenover het Kremlin en haar soldaten stonden.

 

Dit bericht is geplaatst in Anglo Zionistische Rijk, Ashkenazi, Asjkenazische, Bilderberg, Deep State, Geschiedenis, Maatschappij, MH17, Nazi/Fascisten, NWO, Ongemakkelijke waarheid, Politiek, Rothschilds zionisten, Uit de Euro - Nexitt, Vaticaan, Verenigde Nazi's, Zionisten. Bookmark de permalink.

Laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.