Buitenlandse leningen
Ofschoon aan de medewerkers van de Wereldbank anders onderwezen werd, zijn buitenlandse leningen de slechtste manier om landen in moeilijkheden te “helpen”. Het enige dat ze met buitenlands geld kunnen doen is goederen in het buitenland kopen en verder in de schulden raken.
Alleen wanneer een land een machine of iets anders echt nodig heeft en het zelf niet kan maken, en wanneer de leverancier de valuta van het land weigert, is een buitenlandse lening gerechtvaardigd.
Vrije beweging van kapitaal
En wat zou Euroland voor de bankiers betekenen? De bankiers zouden een belangrijke bron van inkomsten verliezen: de provisie op het wisselen van de vele nationale valuta’s.
Maar ze wonnen een veel grotere bron van inkomsten: de vrije beweging van kapitaal.
Dit was een voorwaarde voor een gezamenlijke munt. Hierdoor konden de bankiers makkelijk leningen verstrekken op elke locatie waar winsten gemaakt konden worden.
De woningbouw-boom in Zuid-Europa
Internationaal hebben bankiers een aantal regels voor zichzelf afgesproken, die beperkingen instellen op het bedrag aan leningen dat ze mogen verstrekken in verhouding tot hun kapitaal. De standaard is, dat ze minimaal 8 euro kapitaal moeten hebben tegenover elke 100 euro aan uitstaande leningen in handel en industrie.
Echter, wanneer de leningen voor woningen zijn, mogen ze twee keer zoveel uitlenen en dus twee keer zoveel rente innen.
Tot voor kort dachten bankiers dat huizenprijzen altijd zouden stijgen en dat leningen voor huizen risicoloos waren. Zo ontstond de woningbouw-boom in Spanje, Portugal, Ierland en elders. Wat de bankiers vergaten is dat als er te weinig economische activiteit is, de mensen hun kredieten voor de huizen niet kunnen betalen. Maar om economische activiteit te financieren, zoals handel en industrie, krijgen ze maar half zoveel rente…
Help!
Griekenland ondervindt al wat het is om Europese “vrienden” te hebben, die aan komen zetten met leningen en tegelijkertijd enorme besparingen eisen in de overheids-uitgaven. Deze vrienden hebben zoveel vertrouwen in hun oplossing, dat ze de hondsdolle reddingshond Internationaal Maffia Fonds binnen gehaald hebben om zijn aandeel te krijgen in de Griekse tragedie. Tussen haakjes, dat betekent dat de euro nu ”geassisteerd“ wordt door het IMF. Geinig, als het niet zo’n tragische realiteit was.
Ierland, Portugal, Italië en Spanje zitten nu ook in de moeilijkheden.
Zolang ze binnen de euro blijven kunnen ze hun valuta niet devalueren.
De euro werkt nu als een onzichtbare en opgelegde wisselkoers tussen landen. Die landen hebben nu een dubbel probleem.
In de eerste plaats moeten ze hun schulden terug brengen tot het afgesproken eurozone niveau en in de tweede plaats moeten ze nieuwe schulden in de toekomst vermijden.
Het eerste probleem wordt in de regel opgelost met keiharde maatregelen, zoals het snijden in sociale en culturele uitgaven, in onderwijs en gezondheidszorg, verder door het ontslaan van ambtenaren en het privatiseren van publieke infrastructuur (zoals Spaanse luchthavens) en openbare diensten en tenslotte een stevige belastingverhoging. Deze maatregelen zijn agressief en zeer onrechtvaardig voor de gewone mensen, die niet verantwoordelijk zijn voor deze tragedie. Veel mensen zullen in armoede vervallen.
Hebben ze een kans daar weer uit te komen?
Kunnen dingen beter worden?
Om daar een idee van te krijgen, moeten we naar het tweede probleem kijken. Hoe kun je voorkomen, dat minder productieve landen opnieuw in de schulden belanden? Nou, dat kun je niet. Er is geen enkele manier om te verhinderen dat mensen van minder productieve landen meer importeren dan exporteren. Het is zelfs logisch te veronderstellen, dat ze de voorkeur zullen geven aan goedkopere en betere artikelen uit productievere eurolanden. Het is een fundamenteel mankement van een gezamenlijke munt in een gezamenlijke markt met zeer heterogene economieën. Naar mijn mening zijn de harde maatregelen die deze landen nu treffen compleet zinloos, als deze landen de euro niet verlaten.
Slechte oplossingen
Een slechte oplossing zou zijn om terug te keren naar de situatie van vóór de euro en de bankiers weer het geld te laten creëren en hen met een eindeloze inflatie de valuta van het land weer op te laten blazen. Sommige mensen denken, dat als de bankiers geen geld meer zouden mogen maken door het simpelweg op een rekening in te typen, de inflatie dan zou stoppen. Het enige dat zou stoppen is het vermenigvuldiging effect van deze banktegoeden. Het is waar, dat we dan echt geld op onze rekeningen zouden hebben in plaats van lege getalletjes, maar zoals eerder opgemerkt: bankiers hebben inflatie nodig.
Dus ze zouden nog steeds doorgaan met het verstrekken van steeds meer leningen, maar in plaats van het geld uit hun duim te zuigen, zouden ze het moeten lenen van de centrale bank. Die kan eindeloos geld creëren. En natuurlijk zouden de bankiers die extra kosten doorberekenen aan hun klanten. Leningen zouden duurder worden, maar de eeuwige inflatie zou niet stoppen.
Een andere slechte oplossing zou zijn te kiezen voor een valuta, die door goud gedekt wordt.
Ofschoon dergelijke valuta in het verleden gebruikt zijn (in de VS tot in 1971), heeft geld gebaseerd op goud veel nadelen. Landen zonder goudmijnen zouden het goud moeten kopen (dat wil zeggen goederen en diensten leveren aan de goudwinnende landen)
enkel en alleen om over een nationaal betaalmiddel te beschikken. En telkens wanneer meer goud op de markt komt, zouden ze verplicht zijn er meer van te kopen om te voorkomen dat hun valuta onderuit gaat ten opzichte van landen met een groeiende goudvoorraad.
De goudmijnindustrie zou in veel aspecten supranationale macht verkrijgen, zelfs meer dan nu de Federal Reserve. Goud heeft geen stabiele waarde. Zijn prijs kan beïnvloed worden door houders van grote voorraden, zoals de goudmijnindustrie en de centrale banken. Zelfs grote aantallen kleine kopers en verkopers, wanneer ze handelen uit angst of hebzucht, kunnen de prijs sterk beïnvloeden. Nog meer dan vandaag zou goud conflicten, onderdrukking en oorlogen veroorzaken.
Elke soort dekking van geld door handelswaar, of het nu goud, zilver of iets anders is, zal een ernstige impact hebben op die valuta als ook op de prijs van de gekozen handelswaar.
De staatsgeld-oplossing
De meeste mensen denken, dat geld van de staat is. Dat is zoals het hoort te zijn.
Geld zou van de maatschappij moeten zijn en niet van de banken. Het is de enige manier om een eerlijk geldsysteem te verkrijgen en een regering die niet afhankelijk is van de banken.
Momenteel hebben we een heel duur geldsysteem, met banken die elk jaar hun kapitaal met gigantische winsten ophogen. De bankiers zullen u zeggen, dat ze het kapitaal nodig hebben voor het geval ze verliezen lijden. De verliezen zouden van het kapitaal worden afgetrokken. Wel, objectief bezien is hun kapitaal enorm groot, maar tegelijkertijd dekt het maar een piepklein percentage van hun uitstaande leningen.
Wanneer de verliezen te groot zijn, is het kapitaal verdwenen.
Maar wanneer we zorgvuldiger naar de internationale afspraken tussen bankiers kijken, kunnen ze hun verplichte kapitaal in het geheel niet gebruiken voor het opvangen van verliezen. Als ze ook maar iets aan verliezen afboeken, staan er ongeveer twintig keer zoveel leningen op hun balans die niet gedekt worden door enig kapitaal. Dus wat we nu hebben zijn bankiers, die in plaats van hun verliezen af te boeken, eenvoudigweg tegen de minister van financiën zeggen dat ze vers geld nodig hebben, omdat ze anders onvoldoende kapitaal hebben!
Staatsbank
Wel, we kunnen dit dure en bedrieglijke systeem beëindigen door een staatsbank op te zetten, die als enige bank in het land geld mag creëren. Deze zal al het benodigde geld creëren voor de leningen in het land als ook voor het voorschieten van overheidsuitgaven.
Verder zouden bankiers geen tegoeden meer mogen creëren die niet door echt geld gedekt zijn. Als bankiers willen, dan mogen ze als tussenpersoon optreden tussen de staatsbank en de bevolking voor het verstrekken van leningen.
Hier zouden ze provisie voor krijgen, geen rente. Ook mogen ze de bankrekeningen beheren in naam van de staatsbank. Op deze manier kan iedereen z’n bankrekeningen gewoon behouden en afgezien van de omschakeling op de nationale munt, zal er geen enkele onderbreking zijn in het betalingsverkeer. (En als de bankiers niet willen samenwerken, dan zal de staat z’n eigen loketten moeten creëren, bijvoorbeeld in belastingkantoren.)
Naast hun nieuwe functie als tussenpersoon voor leningen van de staatsbank, zullen bankiers nog wel (bestaand) geld mogen verzamelen om fondsen te vormen die uitgeleend kunnen worden tegen rente. Omdat dit bestaand geld is, zal het geen inflatie veroorzaken.
Inflatie stop
Met deze hervorming beschikt de regering over de middelen om de inflatie te beëindigen.
Over de middelen beschikken betekent niet, dat het moet. Het is waarschijnlijker, dat regeringen de inflatie geleidelijk af zullen remmen, wanneer stap voor stap de “hebzucht is mooi”-filosofie omgebogen wordt in “zorg voor het milieu en de toekomst”. En welke vorm dat ook aanneemt, we zullen niet telkens harder hoeven te werken omdat de bankiers dat zo graag willen.
Geen staatsschuld meer.
Als de regering het geld kan scheppen dat we nodig hebben, kan de staatsschuld verdwijnen.
Staatsschuld ontstaat wanneer de (R)overheid geld uitgeeft voordat de overeenkomstige belastingen geheven zijn. Nu betalen we heel veel aan rente op staatsobligaties, die de staat uit moet geven om deze uitgaven te financieren. Bankiers investeren graag in deze obligaties, omdat ze quasi zonder risico rente opleveren. Dus, aan de ene kant moet de overheid zich in de schulden steken om de bankiers te redden en aan andere kant krijgen bankiers rente over deze schuld !
Pensioen fondsen
Andere profijttrekkers van de rente op staatschuld waren de pensioenfondsen, die er een deel van hun inkomen uit trokken. Onze gepensioneerden werden voor een flink deel uit deze rente betaald, die op zijn beurt betaald wordt door de belastingbetalers. Een ander gedeelte wordt betaald uit de pensioenpremies van de werkende bevolking. Door de lage rentestand wordt deze ”voorziening” door de banken en de politiek om zeep gebracht waardoor we weer harder en langer moeten werken. Dus achter de façade, dat mensen geld opzij zetten voor wanneer ze oud zijn, komt het grootste gedeelte van het geld dat onze gepensioneerden kregen uit de premies en de belastingen van de werkende bevolking.
Eigenlijk is dat tamelijk logisch. Als je simpelweg geld zou opslaan en het tientallen jaren later weer in omloop zou brengen, dan zou het op dat moment alleen inflatie veroorzaken. Wat je kunt doen met het geld wanneer je oud bent is sterk afhankelijk van de werkkrachten en de productiviteit op dat moment. Een ander deel van de inkomsten van onze gepensioneerden komt uit buitenlandse beleggingen, of, om het duidelijker te stellen, van de arbeid van mensen in het buitenland. Ethisch is het iets zoals financieel kolonialisme. Niets om trots op te zijn.
Daarom zou het veel logischer zijn een pensioenfonds te hebben, dat beheerd wordt door de staatsbank. Of, om het anders te zeggen, de werkende bevolking moet gewoon accepteren, dat ze zorg moet dragen voor de oudere bevolking. Burgers, die hun pensioenrechten van hun privé-pensioenfondsen over willen hevelen naar het staatspensioen fonds, zouden de vrijheid moeten hebben dit te doen.
Rente
Veel mensen vinden rente onethisch. Echter, wanneer een deel van de renteopbrengst gebruikt wordt om de verliezen op te vangen van leningen die niet terugbetaald kunnen worden, en wanneer de rest naar de algemene middelen van het land gaat, dan zie ik geen bezwaren. Dit laatste deel zou de te heffen belastingen verminderen.
De regering zou uiteenlopende rentevoeten kunnen implementeren al naar gelang de sector en het type investeringen die hij wil privilegiëren. In plaats van domweg één rentevoet aan te sturen, zoals centrale banken nu doen, zou de regering de leningen en investeringen meer in de noodzakelijke richtingen kunnen sturen. Rente is ook een nuttig middel om leners aan te zetten op tijd terug te betalen.
Arm en rijk
Vandaag, bij het verstrekken van leningen, eisen banken onderpand waar ze beslag op kunnen leggen als de lener zijn schuld niet betaalt. Op deze manier kunnen rijke mensen altijd makkelijker lenen en investeren en dus makkelijker rijker worden. De groeiende kloof tussen rijk en arm is een gevaar voor de samenleving. De staatsbank heeft geen onderpand nodig. De leningen die hij verstrekt kunnen vergeleken worden met een belastingschuld. Wanneer ze niet terugbetaald worden kunnen ze op een vergelijkbare manier afgehandeld worden. In principe zouden de armen net zo makkelijk geld moeten kunnen lenen en investeren als de rijken.
Zoals eerder uitgelegd, in een omgeving zonder inflatie is het moeilijker leningen af te lossen. Dit wordt echter gecompenseerd door het feit, dat rentevoeten lager kunnen blijven, omdat we niet meer hoeven bij te dragen aan de dure en nodeloze kapitalisatie van privébanken en haar aandeelhouders. Bovendien, indien nodig, kan via belastingpolitiek verdere compensatie aan leners geboden worden.
Is uit de euro stappen duur?
Sommige politici proberen de mensen angst aan te jagen en doen voor alsof uit de euro stappen heel erg duur zou zijn en dat het de economische ontwikkeling jaren achteruit zou zetten en zo verder en zo voort. Wel, om te beginnen, landen stoppen niet met handelen omdat een land de euro heeft verlaten en een nieuwe munt heeft. En als dat land overstapt op staatsgeld, dan zijn de kosten hoofdzakelijk organisatorisch en betrekkelijk miniem vergeleken met de gewonnen voordelen.
Al het geld, dat benodigd is voor de omschakeling, kan simpelweg uit het niets gecreëerd worden door de staatsbank. Alle euro’s, die in het land in omloop zijn, kunnen door de staatsbank opgekocht worden door de emissie van nieuw geld. Deze euro’s kunnen opzij gezet worden als strategische reserve of voor de betaling van importen. De regering zal alle essentiële infrastructuren en openbare diensten terug kunnen kopen. Het herbouwen van nationale ondernemingen uit de vele gefragmenteerde energie-, post-, telefoon-, spoorweg- en andere privéondernemingen zal zeker tot een veel betrouwbaardere dienstverlening leiden.
In deze essentiële diensten zou kwaliteit en dienstverlening op de eerste plaats moeten staan. Dat betekent geen retour naar stoffige staatsbedrijven uit het verleden.
Staatsbedrijven kunnen modern en goed geleid worden, en, waarom niet, veel betere diensten aanbieden dan welk privé, op winst jagend bedrijf zou kunnen.
Ik zeg niet, dat al deze veranderingen makkelijk zijn. De gevestigde corrupte orde zou koste wat kost willen vast houden aan de states quo.
Maar als we een duurzame maatschappij willen, waarin democratie en vrijheid nog iets betekenen wanneer onze kinderen en kleinkinderen groot zijn, dan is dit de weg die we moeten inslaan.
Lees ook: Uit de Euro en dan ? 4 Hoe banken geld maken.