Europese landen zijn zich (mogelijk) onbewust dat zij de ISIS terreurcampagne financiering door het kopen van olie van door islamitische staat gecontroleerde olievelden, beweert een top EU–ambtenaar.
De Europese ambassadeur in Irak heeft Iran, Koerdistan en Turkije berispt voor het toestaan van faciliteiten voor zichzelf die worden gebruikt om de export van olie geproduceerd door de zelfbenoemde islamitische staat van Syrië en Irak te vergemakkelijken, die hen meer dan $3 miljoen per dag aan inkomsten oplevert.
Jana Hybášková, de voormalig Tsjechisch lid van het Europees Parlement en nu ambassadeur in het door oorlog verscheurde land wees de Commissie van buitenlandse zaken erop wanneer ze Europese naties bekritiseerde van per ongeluk medeplichtigheid aan ISIS.
Op de ongecoördineerde lappendeken van inspanningen om anti-ISIS strijders in het land tot nu toe te voorzien van hulp, zei ze: “de EU–landen die wapens naar de Peshmarga troepen sturen ter ondersteuning van hun strijd tegen de islamitische staat worden niet onderling gecoördineerd … er zijn geen garanties tot nu toe die bevestigen of ontkennen dat de Islamitische Staat of Koerdische terroristische organisaties die wapens niet in beslag genomen hebben“.
Turkse persagentschap Anadolu herhaalde ook haar woorden over de oliehandel die ISIS miljoenen dollars per jaar oplevert, door de kritiek op Iran, Koerdistan en Turkije om routes uit Irak vrij te geven voor Europese olietankwagens. Andere leden van de Commissie, duidelijk betrokken door haar beschuldigingen, verzochten haar meer details te geven over welke landen in Europa betrokken zijn bij deze handel, maar ze gaf geen verdere detail.
Tot vaststelling van de schuld uitsluitend bij de deur van landen buiten de EU, eiste Hybášková van de Unie om “druk uitoefenen op Iran, Koerdistan en Turkije om te stoppen met deze handel”. Dit is niet de eerste keer dat Turkije wordt beschuldigd ”een oogje dicht te knijpen” ongeacht de politieke situatie in Irak voor financieel gewin.
Tot nu toe heeft de Europese dienst voor het externe optreden, de EU–tak orgaan van de Unie–diplomaten, geweigerd commentaar te geven.
In antwoord op een bewering dat Turkije een 100 miljard dollar belang in olie handel met Irak heeft, zelfs als dat vervoeren van ISIS producten betekende, de Turkse Minister van energie Taner Yıldızs zei op maandag zijn “dergelijke claims worden uitgesproken als u gewoon een controverse wilt maken over Turkijes beleid. Echter, nog vóór het VN-besluit, heeft Turkije geen olie van ISIS of al-Nusra gekocht.
Turkije is zich terdege bewust van de politieke situatie, Yidizs zei: “We willen niet betrokken worden bij de juridische relatie tussen Bagdad en Erbil (de Koerdische hoofdstad)”, echter hij gekwalificeerd dit door te zeggen Turkije ‘zal nooit steun en ruimte geven aan welke vorm van terroristische organisatie of activiteit’.
Sommige schattingen zetten ISIS olieproductie op 80.000 vaten per dag, die door een vloot van 210 trucks word verplaatst is ongeveer 3.2 miljoen dollar waard. Volgens een CNN–rapport, is dit netwerk van olie smokkelaars goed ingeburgerd en strekt zich terug tot de jaren 1990 en de VN-sancties op Saddam Hussein.