PROTOCOL 21 (Leningen & Krediet)
1. Aan mijn laatste beschouwing wil ik nu een uitvoerige uiteenzetting over de binnenlandse leningen toevoegen. Over de buitenlandse leningen zal ik niet meer spreken; ze hebben onze zakken met het geld van de volkeren volgepropt; in onzen staat echter zullen er geen buitenlandse leningen meer zijn.
2. Wij hebben de omkoopbaarheid van de staatsambtenaren en de nalatigheid van de vorsten gebruikt om onze gelden twee-, drie- en meervoudig terug te krijgen, terwijl wij de regeringen meer geld leenden dan zij onvoorwaardelijk nodig hadden. Wie zou ons dat kunnen nadoen? Ik zal mij nu met de bijzonderheden van de binnenlandse leningen bezig houden.
3. Als een staat een lening wil aangaan, dan stelt hij intekenlijsten op. Opdat de uitgegeven staatspapieren door iedereen genomen kunnen worden, wordt de nominale waarde van honderd tot duizend gulden vastgesteld. De eerste intekenaren wordt voorgehouden, dat ze niet alles toegewezen krijgen. De volgende dag komt het tot een prijsstijging; naar men voorgeeft, wegens grotere vraag. Na enige dagen maakt men bekend, dat de staatskas overvol is en dat men niet meer weet wat met het geld aan te vangen. Waarom neemt men het dan aan? De intekening overschrijdt nu het gevraagde bedrag meermalen, en hierin ligt het bijzondere succes, want het publiek heeft daarmee zijn vertrouwen in de regering te kennen gegeven.
4. Maar als de komedie afgelopen is, staat men voor een ongehoorde schuld. Om de rente te kunnen betalen, neemt de staat zijn toevlucht tot een nieuwe lening die de tot nu toe bestaande schuld niet wegneemt, maar integendeel vermeerdert. Als het vertrouwen in de staat dan eindelijk uitgeput is, moet men door nieuwe belastingen niet eens de leningen, maar alleen de rente van de leningen dekken. Deze belastingen veroorzaken dus een schuld, waarmee men een andere schuld betaalt.
5. Dan komt de tijd van de conversie, waardoor echter alleen de rentevoet wordt verlaagd en niet de schuld wordt gedelgd. Bovendien is zij alleen met toestemming van de schuldeisers door te voeren. Bij de aankondiging van een conversie moet men de schuldeisers vrijlaten of er in toe te stemmen of hun geld terug te vorderen. Als iedereen zijn geld terugeist, zou de staat in zijn eigen net gevangen worden en zou niet in staat zijn de vorderingen op terugbetaling na te komen. Gelukkig zijn de staten in geldzaken weinig bedreven en hebben zij nog altijd aan koersverliezen en renteverlagingen de voorkeur gegeven boven de onzekerheid van nieuwe beleggingen. Daardoor gaf men de regeringen meer dan één keer de gelegenheid zich van een schuld van enige miljoenen te ontdoen. Bij buitenlandse leningen wordt op deze wijze niet gehandeld, daar men wel weet, dat wij onze gelden gezamenlijk zouden terugtrekken, wat het staatsbankroet ten gevolge zou hebben; de verklaring van de onmacht tot betalen van de staat zou tevens de volkeren bewijzen, dat tussen hen en hun regeringen iedere gemeenschappelijke band ontbreekt.
6. Ik vestig Uw aandacht op dit feit en ook op het volgende: tegenwoordig zijn alle binnenlandse leningen in zogenaamde zwevende schulden omgezet, dat zijn schulden, die binnen een korter of langer tijdsverloop afbetaald moeten worden. Deze leningen worden onder absorberen van de in de staatsbanken of de spaarbanken liggende gelden opgenomen. Daar deze gelden de regering lang genoeg ter beschikking staan, worden zij tot betaling van de rente der buitenlandse leningen gebruikt en in de plaats daarvan deponeert de regering een zelfde bedrag in schuldbrieven. Niet zulke pandbrieven worden alle verliezen in de schatkisten der staten goedgemaakt.
7. Zodra wij de wereldheerschappij verkregen zullen hebben, zullen al deze zwendelpraktijken ophouden, omdat zij onze belangen niet dienen. Eveneens zullen wij alle effectenbeurzen sluiten, omdat wij niet zullen dulden, dat het aanzien van onze heerschappij door koersschommelingen van onze staatspapieren geschokt wordt. Door een wet zal worden vastgesteld, dat de nominale waarde tegelijkertijd de koerswaarde is en dat er geen schommelingen mogen zijn. Iedere koersstijging heeft een koersdaling ten gevolge en wij hebben daarom koersstijgingen in het leven geroepen om de koers der waardepapieren omlaag te kunnen drukken.
8. We zullen de beurzen vervangen door machtige staatskredietinstellingen, welker taak het zal zijn de koers van de industriepapieren al naar de wensen van de regering te bepalen. Deze instellingen zullen in staat zijn op een enkele dag industriepapieren tot een waarde van vijfhonderd miljoen op de markt te werpen of aan te kopen. Op deze wijze zullen alle industriële ondernemingen afhankelijk van ons worden. U kunt zich voorstellen, welk een macht wij ons daardoor zullen verschaffen.
PROTOCOL 22 (De macht van het goud)