PROTOCOL 13 (Afleidingen)
1. De zorg voor het dagelijkse brood legt de mensen het zwijgen op en maakt hen tot onze toegewijde dienaren. Diegenen van hen, die we bij onze pers aanstellen, zullen volgens de voorschriften en over alles schrijven wat wij in de officiële bladen niet openlijk kunnen bespreken. Tijdens de hierdoor ontstane opwinding zullen wij de ons nuttig lijkende maatregelen doorvoeren en het publiek voor, een voldongen feit stellen. Niemand zal het terugnemen van zo’n maatregel durven eisen vooral niet, als wij hem als een verbetering van de huidige toestand zullen voorstellen. Overigens zal de pers de aandacht direct op nieuwe vraagstukken richten omdat wij immers, zoals u weet, de mensen, er aan gewend hebben voortdurend naar iets nieuws te zoeken. Enige hersenloze politieke avonturiers zullen zich op deze nieuwe vraagstukken storten, zonder te beseffen, dat zij geen flauw begrip hebben van datgene waarover zij willen spreken. De vraagstukken van de hogere politiek zijn voor niemand begrijpelijk, uitgezonderd voor diegenen, die ze al sinds eeuwen hebben voortgebracht en beïnvloed.
2. Uit dit alles zult U begrijpen. dat wij slechts daarom de publieke opinie voor ons willen winnen om het werk van onze staatsmachine te verlichten. En U zult daaruit eveneens leren dat wij bij deze of gene gelegenheid slechts de goedkeuring van onze woorden binnenhalen, niet echter van onze daden. Ononderbroken verkondigen wij, dat steeds alleen de hoop en de zekerheid om het ‘algemeen welzijn’ te dienen, de maatstaf is bij al onze maatregelen.
3. Om de al te onrustige mensen van de politieke vraagstukken af te leiden, zullen we schijnbaar nieuwe vraagstukken op de voorgrond stellen: economische vraagstukken. Laten zij hun woede op dit gebied maar uitrazen. De massa’s stemmen er in toe werkloos te blijven en uit te rusten van hun voorgewende politieke activiteit – waartoe wij hen overigens slechts opgevoed hebben om met hun hulp de regeringen te bestrijden – wanneer men hun nieuwe bezigheden verschaft, welke zij voor politiek belangrijk houden.
4. Opdat de volkeren niet tot rustig nadenken komen, zullen wij ze door verstrooiing, spelen en ontspanning van hartstochten afleiden. Spoedig zullen wij alle mogelijke wedstrijden uitschrijven op het gebied van de kunst en van de sport. De belangstelling voor deze dingen zal hen dan definitief afleiden van de vraagstukken, waarin onze belangen tegenstrijdig zijn aan de hunne. Terwijl de mensen langzamerhand het zelfstandige deken afleren zullen zij ten slotte geheel in de lijn van onze ideeën spreken, omdat wij de enigen zullen zijn, die nieuwe denkrichtingen naar voren brengen. Vanzelfsprekend alleen door bemiddeling van zulke personen, die er niet van verdacht
worden niet ons in verstandhouding te staan.
5. Elke rol van de liberale dwepers zal definitief zijn uitgespeeld, zodra onze heerschappij erkend is. Tot dat moment zullen zij ons goede diensten bewijzen Daarom zullen wij de gedachten van de volkeren ook verder afleiden op fantastische theorieën. die nieuwerwets en schijnbaar vooruitstrevend zijn; want niet het slagwoord ‘vooruitgang’ hebben wij deze domkoppen van ‘niet-ingewijden’ het hoofd op hol gebracht en er is onder hen geen een, die zal begrijpen, dat dit woord altijd onwaar is, als het niet om materiële behoeften gaat, omdat er slechts één waarheid is, die lijnrecht tegenover het woord vooruitgang staat. Evenals iedere verkeerde gedachte dient de vooruitgang er toe de waarheid te verduisteren. opdat niemand ze zal onderscheiden dan de beschermers der waarheid.
6. Wanneer onze heerschappij gevestigd zal zijn, zullen onze sprekers over de grote vraagstukken van de mensheid spreken, die de hele wereld hebben bewogen, totdat zij tenslotte onder onze weldadige leiding kwam. Wie zou dan argwaan koesteren, dat al deze vraagstukken door ons volgens een politiek plan werden uitgedacht. dat door zoveel eeuwen heen niemand geraden heeft?